Kolenbunkers voor de productie van kolenmijnen zijn in principe gemaakt van beton. Hun oppervlak is oneffen, de wrijvingscoëfficiënt is hoog en de wateropname is hoog. Dit zijn de belangrijkste redenen voor verkleving en blokkering. Vooral bij de winning van zachte steenkool, meer verpulverde steenkool en een hoog vochtgehalte is het risico op blokkering bijzonder ernstig. Hoe kan dit lastige probleem worden opgelost?
In het begin werden, om het probleem van de kolenbunker op te lossen, meestal de volgende methoden toegepast: het betegelen van de loodsmuur met tegels, het leggen van stalen platen, het slaan met luchtkanonnen of elektrische hamers. Deze methoden konden echter niet volledig worden opgelost. Het handmatig vernielen van de kolenbunker veroorzaakte vaak persoonlijke slachtoffers. Uiteraard waren deze methoden niet bevredigend, dus na veel onderzoek en experimenten werd uiteindelijk besloten om polyethyleenfolie met ultrahoog moleculair gewicht te gebruiken als bekleding van de kolenbunker. De zelf-smerende en antiaanbakeigenschappen van polyethyleenfolie met ultrahoog moleculair gewicht werden gebruikt om de wrijvingscoëfficiënt te verlagen en het probleem van blokkering van de bunker op te lossen.
Hoe installeer je het en welke voorzorgsmaatregelen moet je nemen?
Bij het installeren van de kolenbunkervoering, in geval van grote schommelingen in de werking of de omgevingstemperatuur, moet bij de vaste vorm van de voering rekening worden gehouden met de vrije uitzetting of krimp. Elke bevestigingsmethode moet zo ontworpen zijn dat de doorstroming van bulkmaterialen wordt vergemakkelijkt en de schroefkop altijd in de voering is ingebed. Bij dikkere voeringen moet de naad onder een hoek van 45 graden worden gesneden. Op deze manier worden lengtevariaties mogelijk gemaakt en ontstaat er een glad plastisch vlak in de silo, wat de materiaalstroom bevordert.
Bij het installeren van kolenbunkervoeringen dient u extra aandacht te besteden aan:
1. Tijdens het installatieproces moet het vlak van de verzonken boutkop van de voeringplaat lager zijn dan het plaatoppervlak;
2. Tijdens de installatie van de bekledingsproducten voor kolenbunkers moeten er minimaal 10 bouten per vierkante meter zijn;
3. De opening tussen elke bekledingsplaat mag niet groter zijn dan 0,5 cm (de installatie moet worden aangepast aan de omgevingstemperatuur van de plaat);
Op welke problemen moeten we letten bij het gebruik ervan?
1. Voor het eerste gebruik moet het materiaal in de silo worden gelost nadat het tot twee derde van de capaciteit van de gehele silo is opgeslagen.
2. Houd tijdens de werking het materiaal altijd in het magazijn bij de in- en uitlaadplaats van het materiaal en zorg ervoor dat de materiaalvoorraad in het magazijn altijd meer dan de helft van de totale magazijncapaciteit bedraagt.
3. Het is ten strengste verboden dat het materiaal rechtstreeks in aanraking komt met de voering.
4. De hardheidsdeeltjes van verschillende materialen verschillen, en het materiaal en de stroomsnelheid mogen niet willekeurig worden gewijzigd. Indien nodig, mag deze niet groter zijn dan 12% van de oorspronkelijke ontwerpcapaciteit. Elke wijziging van materiaal of stroomsnelheid heeft invloed op de levensduur van de liner.
5. De omgevingstemperatuur mag over het algemeen niet hoger zijn dan 100 ℃.
6. Gebruik geen externe kracht om de structuur te vernietigen en maak geen losse bevestigingsmiddelen los.
7. De statische toestand van het materiaal in het magazijn mag niet langer duren dan 36 uur (blijf niet in het magazijn voor meer viskeuze materialen om samenklontering te voorkomen). Voor materialen met een vochtigheidspercentage van minder dan 4% mag de statische tijd langer zijn.
8. Wanneer de temperatuur laag is, dient u rekening te houden met de statische tijd van het materiaal in het magazijn om te voorkomen dat de blokken bevriezen.
Plaatsingstijd: 15 juni 2022
